Als klein kind groeide ik op in een arm gezin in een achterstandswijk.
Ik had geen flauw benul van rolmodellen of een netwerk dat je helpt vooruit te komen. Overleven was bij ons het sleutelwoord.
Als tiener op school kreeg ik op een dag een papiertje dat stelde dat omdat mijn vader uit Suriname kwam, ik een allochtoon was.
Vanaf dat moment was ik arm én allochtoon.
Stempel op stempel
Later kreeg ik er in mijn werkende leven nog een stempel bij, namelijk dat van vrouw. Terugkijkend op mijn leven besef ik nu ten volle wat ik destijds nooit heb kunnen zien omdat het voor mij normaal was. Namelijk dat ik drie nul achterstond. Net iets harder mijn best moest doen om ‘normale’ prestaties te leveren, nóg harder mijn best moest doen om te laten zien dat ik buitengewone prestaties kon leveren en soms – verdrietig genoeg – moest bewijzen dat ik een mens was met dezelfde rechten als ieder ander in Nederland.
Soms was er vernedering, als ik als vrouw werd achtergesteld.
Soms was er schaamte, als ik ergens was waar het uitmaakte waar je vandaan kwam.
Soms was er zowel vernedering, schaamte als pijn, omdat ik gediscrimineerd werd op basis van mijn huidskleur.
Overlevingsstrategie: gedraag je als de massa
Als kind leer je dat je je moet gedragen als de massa. Dan hoor je erbij. Gelukkig discrimineert de massa in Nederland niet. Er is een kleine harde kern die een grote groep stelselmatig discrimineert, maar de massa in Nederland doet dat net als ik hooguit per ongeluk. En de massa in Nederland houdt zich net als ik afzijdig. Schuift de pijn van anderen soms ongemakkelijk onder het tapijt met het idee dat je er toch niks aan kan doen. Of negeert het gewoon. Dat deed ik ook vaak. Daarmee had ik een pleister gevonden op basis waarvan ik zelf verder kon. Wat ik niet zag, is dat ik het hierdoor mede in stand hield. Doen alsof iets niet bestaat, of erger nog het bagatelliseren, is accepteren dat het zo is. Accepteren dat de pijn van een ander moet voortbestaan, omdat jij er wél mee kan leven.
Ik kan niet langer zwijgen over de nodeloze pijn van mijn medemens.
Dus bij deze ga ik die erkennen: ik erken jouw pijn. Ongeacht je kleur. En ik erken dat ook in Nederland mensen op basis van hun ras soms niet worden aangenomen voor een functie of opdracht, soms eerder worden aangehouden door de politie en continu moeten bewijzen dat ze net zo waardevol zijn als wie dan ook, terwijl voor de massa deze dingen vanzelfsprekend zijn. Ik erken jouw pijn, want ik ken jouw pijn.
Erkenning van pijn, is een basisbehoefte van de mens.
Je echt gehoord voelen door een ander lost een deel van de pijn op.
Ondanks dat wat ik hier opschrijf een open deur is, weten we allemaal dat we in de praktijk continu falen om de pijn van een ander op te pikken. Of dat onze eigen pijn door de ander niet wordt gehoord. We horen het niet omdat pijn en verdriet vaak geuit worden in boosheid en woede. Je moet dan heel stevig in je schoenen staan om te begrijpen dat onder de boosheid van de ander een diepe pijn van onbegrip ligt. Communicatie is mijn vak, dus ik vertaal woede direct naar: hier voelt iemand zich niet gehoord. Hier ligt een diepe pijn. En er is maar een manier om hiermee om te gaan: de pijn erkennen en willen begrijpen.
Wanneer je verantwoordelijk bent voor de pijn van een ander is de formule de pijn erkennen én wegnemen. In plaats daarvan gaat het in de praktijk vaak over de vorm waarin die pijn wordt gebracht, of je eigen pijn die deze vorm veroorzaakt. Je schuift dan opnieuw die pijn van de ander weg en ontduikt je eigen verantwoordelijkheid om er iets mee te doen. Dit komt over als: jij hebt pijn en dat is jouw schuld. Zoek het lekker zelf uit en val mij er niet mee lastig. Hier zit geen liefde in en het schept alleen maar afstand.
Racismedebat: waar we elkaar in kunnen vinden
Ik heb dit keer op keer mis zien gaan in het racismedebat. Het wegwimpelen van iets wat ons allemaal aangaat, maar waar weinig van ons iets mee willen doen. Resultaat: Ontkenning van pijn of onrecht, gebrek aan welwillendheid om echt naar elkaar te luisteren en geen verantwoordelijkheid nemen voor ons aandeel in dit onrecht.
Lang heb ik gezwegen.
Me afgevraagd wat ik kon toevoegen aan het racisme-vraagstuk.
Vooral omdat ik zag dat er gewoon nooit goed naar elkaar geluisterd werd.
Naar elkaar ja, want dit gaat twee kanten uit.
Emoties nemen de overhand. Misschien dacht ik hierdoor stiekem dat het toch niets uit zou maken. Wie ben ik tenslotte? Niet wit en niet zwart, eigenlijk nergens echt bij horend. Maar als je nergens echt bij hoort, misschien hoor je dan overal wel bij. Dus misschien is mijn bijdrage aan het racisme-vraagstuk wel universele liefde.
Universele liefde
Want het is vooral liefde wat hier ontbreekt.
Wat is liefde? Liefde is in mijn ogen wederzijds respect, compassie voor je medemens en voor elkaar willen zorgen. Verbinding in plaats van uitsluiting. Liefde gaat door alle kleuren heen, zoals mijn ouders bewezen toen ze voor elkaar kozen in een tijd waarin dit allesbehalve vanzelfsprekend was.
De afgelopen weken heb ik met afschuw en bedroefdheid kunnen waarnemen wat George Floyd overkwam en de reactie die dit wereldwijd teweegbracht.
Ik ging niet demonstreren.
Ik liet mijn stem niet horen op social media.
Ik deed helemaal niks.
Soms kan een crisis je verlammen.
Tot ik begreep dat niets doen in dit geval geen daad van liefde is.
Dit is mijn kleine bijdrage in het racisme-vraagstuk: dat ik me uitspreek. Want racisme past niet meer in deze tijd en we kunnen er allemaal aan bijdragen om het te stoppen.
Het past niet bij ons intelligentieniveau.
Het past niet bij een ontwikkelde beschaving.
Het past niet bij liefde.
We kunnen niet langer wegkijken omdat we ons ongemakkelijk voelen.
Niet langer doen alsof het wel meevalt ‘als je ziet waar we vandaan komen’.
Niet langer accepteren dat nog steeds medemensen als onmensen worden behandeld.
Het wordt tijd dat we ons uitspreken over dit gebrek aan beschaving.
Daarom deze oproep.
Om elkaar lief te hebben zoals je jezelf zou liefhebben in tijden van onrecht en wanhoop.
Om elkaar te respecteren ongeacht wie je bent en waar je vandaan komt.
Om naar elkaar te luisteren zonder vooropgezet plan of oordeel.
Om samen te werken in een veranderende wereld waarin we elkaar echt nodig hebben en waarin voor iedereen een plek is, mits we hier open voor willen staan.
Instead of fighting, uniting.
Dat is wat liefde zou doen.
Voel je vrij om dit bericht te delen, wanneer je je ook wilde uitspreken maar tot nu toe net als ik de juiste woorden niet vond.
Met liefdevolle groet,
Alexandra